Afgelopen maandag was het een prachtige herfstdag. De zon scheen af en toe, het was niet koud een dag om op stap te gaan. In de vele jaren dat we hier in Friesland wonen, toch al weer ruim 30 jaar, moet ik eerlijk bekennen dat we veel van Friesland hebben gezien, maar eigenlijk zijn we nog nooit in IJlst geweest, dus een geschikte dag om naar IJlst, Drijlst te vertrekken.
IJlst lag
aan het begin van de volle Middeleeuwen, een bloeiperiode, aan de
zuidoever van de Middelzee. De nederzetting was ontstaan aan de monding
van de Ee, een belangrijk water voor het verkeer van zuidwest Friesland.
Na de aanleg van de Hemdijk werd het een plaats van overslag,
nijverheid en handel. In 1379 kreeg het marktrecht en spoedig maakte het
zich als stad los van het omliggende gebied. IJlst bleef belangrijk met
zijn nijverheid van vooral scheepsbouw en andere houtproducten. En dat is nog steeds terug te vinden in het hedendaagse beeld van IJlst.
Vanaf de stad loopt in oostelijke richting de Geeuw, het brede water
richting Sneek. Naar het westen leidt het water na de Wijddraai met een
scherpe bocht naar het zuiden: de Wijde Wijmerts, de vaarroute naar Heeg
en verder naar Woudsend en Sloten. Vroeger, toen er nog geen vaste
bruggen over de Stads-Ee lagen, ging het waterverkeer door de stad naar
het zuiden, om daar in de Wijde Wijmerts uit te komen.
Vanaf
Zevenpelsen, genoemd naar zeven arbeiderswoningen die hier ooit bij een
pelmolen stonden, is te zien dat aan de Wijddraai de bedrijvigheid van
IJlst geconcentreerd was. Aan deze oever waren houtverwerkende bedrijven
en aan de andere zijde, het thans in grote verscheidenheid bebouwde
Uilenburg, lagen vanaf de zestiende eeuw de nieuwe stadstimmerwerven. Er
zullen dus nog eerder zulke scheepsbouwwerven zijn geweest.
De brug is ’s zomers een druk punt voor watersporters en beschermde
IJlst ooit tegen vijanden. IJlst is nooit met vestingwallen beschermd,
het is zelfs niet ontstaan op een terp. In het lage land was er
bescherming van ringgrachten, de Dij-grachten en ze hoefden in het
noorden de brug alleen maar op te halen om de stad te sluiten.
De Overkluizing wordt gedomineerd door de restanten van de
Nooitgedagt-fabriek. Jan Jarings Nooitgedagt was in 1865 begonnen met
het maken van schaatsen. Het groeide spoedig uit tot een industrieel
bedrijf dat naast schaatsen ook gereedschap en degelijk houten speelgoed
vervaardigde. Het bedrijf is verhuisd en de oude fabriek wordt in een
vernieuwingsplan, waar de Overkluizing ook in meegenomen wordt, als
historisch monument deels gehandhaafd.
Onze kinderen hebben nog gespeeld met prachtig houten speelgoed gemaakt bij Nooitgedacht. Echt vakwerk.
Aan de Eegracht volgt de doopsgezinde kerk, die in 1857 is gebouwd naar
ontwerp van Meinse Molenaar in een merkwaardige mengstijl: de klokgevel
naar 18de-eeuws model is versierd met neoclassicistische elementen.
Traditioneel voor de doopsgezinden ligt zij achter de rooilijn.
Even verder aan de Eegracht staat een voorname woning in
renaissancestijl waar menige andere stad jaloers op kan zijn. Het huis
wordt de Messingklopper genoemd omdat er ooit een koperslager woonde en
werkte. Het is een evenwichtig en naar verhouding breed renaissancepand
uit 1669 met een trapgevel. De bebouwing langs de Eegracht is verder
zeer gevarieerd met meest 19de-eeuwse huizen en een enkel exemplaar uit
de 17de eeuw. Enkele goed verzorgde brede notabele woningen vallen
daarbij op. En wij, wij kwamen ogen tekort, waar je ook keek, prachtige gevels, ornamenten, versierselen, stiekun even een blik werpen in een leegstaand pandje, en ontdekken dat het huis in het centrum staat en aan de achterzijde aan het water en de weilanden grenst. Het is ongelooflijk dat dit alles goed bewaard is gebleven.
|
EEN BROODJE HALEN BIJ DE BAKKER IS IN IJLST EEN FEEST |
Het meest schilderachtige aspect van de Eegracht is de
structuur. De huizen hebben overtuinen aan de grachtzijde, aan de andere
kant van de straat. Dat wordt aan weerszijden geaccentueerd door de
lindenzoom tussen weg en overtuinen.
|
DE OVERTUINEN LANGS DE GRACHTEN |
In het midden van IJlst staan de
hervormde kerk en het stadhuis tegenover elkaar. De hervormde kerk met
flinke toren dateert uit 1830 en bevat een fraaie preekstoel uit 1672.
Het stadhuis is in 1859 gebouwd in een decoratieve mengstijl. De
middenpartij en de gevelbekroning doen neogotisch aan. In de kleine
ruiter op het dak hangt nog een 15de-eeuws klokje, afkomstig uit het
kleine IJlster karmelietenklooster. De raadzaal is in charmante
biedermeierstijl ingericht.
Houtzaagmolen De Rat is prachtig aan de Geeuw gelegen. Hij werd hier in
1828 opgebouwd, maar is veel ouder en uit de Zaanstreek overgebracht.
Tot 1955 heeft een houthandel er gebruik van gemaakt. Na restauratie
werd de monnikmolen met stelling weer in gebruik genomen.
|
TYPISCH FRIES BEELD, EEN MOLEN, WATER EN SCHEPEN/BOTEN |
Na de oorlog is het stadje explosief gegroeid, eerst met een wijk in het
noordwesten, later ten oosten van de stad, tot en met wijk ‘De
Iendracht’: de eerste wijk in Friesland op basis van een
beeldkwaliteitsplan. Wat hebben wij genoten van een dagje IJlst, een kop cappuccino in een plaatselijk café. Het interieur bevatte ontelbare schaatsen, gemaakt in Sloten. Het slenteren door de straatjes met zijn prachtige huizen en het nemen van de bruggetjes. En als slagroom op de taart, een vissersboot die door de gracht voer, waar je zo vanaf de wal kon roepen dat je een pondje paling wilde afnemen. Hij stopte gewoon aan de wal waar de handel plaats vond. En Storm, hij wachte geduldig op de baas die de palingin veiligheid bracht, in de auto.
Op de terugweg naar huis nog wat plekjes onderweg vastleggen als afsluiting van een prachtige dag. Thuis gekomen hebben we 2 dagen genoten van een maaltje paling, stokbrood met paling en de andere dag een salade met paling. De smaak en beleving zal nog wel een tijdje in ons geheugen blijven. Zomaar op een door de weekse dag een luxe die we ons toch echt eens vaker gaan permitteren.
|
DE BUITENZIJDE VAN IJLST |
|
JE KOMT ZE NOG TEGEN HIER, 1 KERK, 4 HUIZEN EN 10 SCHAPEN, "SANDFIRDEN", IENIEMINI DORPJES |