Hadden het op de planning staan om dit weekend even bij "Geartsje" langs te gaan. Echtenerbrug aan het Tjeukermeer, een prachtig gebied. Een gebied met een waterrijk verleden en linken met mijn eigen omgeving. Wat heeft Echtenerbrug nu met Opsterland te maken het gebied waar ik woon. In het verleden en het heden liggen de banden.
In 1903 wordt er op de scheepswerf van Johannes Bos hard gewerkt aan het bouwen van een roefschip in opdracht van dhr. Feddema uit het Overijsselse Oldemarkt. Het skûtsje krijgt de naam “de Koophandel”, een naam die wel vaker aan een skûtsje werd gegeven. Door de niet erg economische lengte van 12 meter, werd binnen een jaar het schip verlengd tot haar huidige lengte van 16 meter en 56 centimeter.
De band met `De Koophandel `, schepen en de turf......
In 1903 wordt er op de scheepswerf van Johannes Bos hard gewerkt aan het bouwen van een roefschip in opdracht van dhr. Feddema uit het Overijsselse Oldemarkt. Het skûtsje krijgt de naam “de Koophandel”, een naam die wel vaker aan een skûtsje werd gegeven. Door de niet erg economische lengte van 12 meter, werd binnen een jaar het schip verlengd tot haar huidige lengte van 16 meter en 56 centimeter.
Men gaat ervan uit dat het skûtsje o.a. in Friesland en Overijssel heeft gevaren, wisselend met turf, terpaarde, de inhoud van tonnetjes (toiletten), bieten en aardappelen. De turf werd indertijd van de turfbokken overgeladen in de skûtsjes die er mee naar de stad voeren.
De naam van het skûtsje werd meerdere malen veranderd: eerst werd het veranderd in “de twee gezusters”. Uit meetbrieven is bekend geworden dat rond de tweede wereldoorlog het skûtsje eigendom was van schipper Wietse Telkens, welke gehuwd was met Jeltje Houtsma. Zij hadden twee dochters, wat mogelijk de naam van het schip verklaarde. Later is de naam veranderd in “Hillebrand”.
De Helling 1910 |
Het skûtsje heeft vanaf eind jaren veertig tot in de jaren zeventig dienst gedaan als woonschip in Sneek. Professor Kok, een oogarts verbonden aan de Leidse Universiteit, heeft dit skûtsje in de jaren zeventig gekocht en weer zeilklaar gemaakt. Omdat dit skûtsje toen een enorme roestbak was, gaf hij het de naam “de bruine beer”. Later heeft Aize Kijlstra met dit skûtsje meerdere jaren gezeild in de klasse A-klein van de IFKS.
In 2008 is het 105 jaar oude skûtsje in handen gekomen van de “stichting behoud Tynster skûtsje” en zal het verder gaan onder de naam: 't Swarte Wief. En jawel, nu is het schip, een van de schepen waar Opsterland trots op kan zijn, hij heeft nu Tijnje als thuishaven, dat kleine dorpje bij ons in Opsterland. Leuk om van de verhalen uit het verleden te houden.
Terug naar het heden naar Geartsje waar we voor kwamen,
`Even bijkletsen, een lekker bakje koffie halen en ondertussen rondstruinen. En jawel daar stond hij, die prachtige kandelaar. Wit verven? Nee hij is goed zoals hij is. Samen met de andere "witte"kandelaar, een (nu wel witgeschilderd) rendier en een grillige tak is het een volmaakt stilleven op dat oud vergrijsd/roze kastje
Winter 2012, buiten zijn de dagen grijs en donker, binnen zorgen de kaarsen voor warm licht |
Wat een mooie aanwinst Pauline!
BeantwoordenVerwijderenLieve groet, Ingrid
Het blijft intressant om te lezen hoe sommige dingen al zo lang mee gaan, ik kan er erg van genieten om even terug te gaan in de tijd en meer te weten te komen. Je kandelaar is erg leuk en hoeft idd geen kleurtje.
BeantwoordenVerwijderenGroeten van Petra
prachtige aanwinst ...mooie foto's hoor ...fijne dag lieve groet rosita
BeantwoordenVerwijderen